Een collectieve veroordeling
Frans Janssen halfman Stockmanshof.
25 juli 1752 wordt Frans Janssen de halfman van Stockmanshof voor het gerecht gedaagd wegens het laten weiden van zijn schapen op de gronden van het kerspel zijnde de groesen (weiden) en de gronden waarop nog oogst staat.
Frans verzet zich tegen deze aanklacht en het gevolg is dat een flink aantal inwoners en halfmannen ook worden aangeklaagd en op 19 september 1752 hetzelfde delict. De namen zijn naast Frans Janssen: Hendrik Engels, Merten Beurskens, Kurst Douven, Simon Joosten, Sander Sanders, Reiner Beurskens, Stoffel Kessels, Willem aan de Voort, Jan van de Weem, halfman van Groot Hummeraaij, halfman van den Bosch, halfman van Claeshoff, halfman van Eijnderhoff, This Ingenoot, halfman van Coesdonckerhoff. Zij worden veroordeeld tot een boete van 3 Goud guldens.
Een Goud gulden ook wel klapmuts genoemd, de waarde was 28 stuivers.
Frans Janssen lag vaak dwars en is vaak niet komen opdagen om diensten voor de gemeenschap uit te voeren.
Ook is hij een keer niet komen opdagen om met paard en kar naar Arcen te gaan om graan te laden en naar Wesel te brengen.
16 mei 1757 wordt Frans Janssen aangeklaagd dat hij niet is komen opdagen om stro naar Roermond te brengen op last van de gebiedende heer.
© H. Brueren