ARCHIEFVARIA                            Archiefvondsten Overkwartier van Gelre
 


702

Oijen in de middeleeuwen

In de 13e eeuw maakte een gedeelte van  Het Land van Kessel (het gebied van Kessel tot Venray)  deel uit van het graafschap Kessel.  Het was in het jaar 1279 dat graaf Hendrik van Kessel een deel van het graafschap Kessel verkocht aan graaf Reynald I van Gelre,  nl het gedeelte dat  westelijk van de Maas lag, Vanaf 1352 functioneerde in dit gebied een Ambtman als hoogste bestuurs- vertegenwoordiger van de Graaf van Gelre.   

Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen het "Ambt" en het "Land" van Kessel. Het Ambt Kessel omvat die gebieden die rechtstreeks onder het beheer van de graaf , sedert 1339 hertog van Gelre stonden en waar zoals vermeld de Ambtman als vertegenwoordiger van de hertog optrad. Tot die gebieden hoorden bv de dorpen Baarlo, Maasbree, Blerick, Helden, Sevenum, Venray en Wanssum. In al deze "landsheerlijke" dorpen werd het bestuurlijk gezag uitgeoefend door de Ambtman, namens de graaf.   Met het Land van Kessel bedoelt men het hele gebied, dus alle landsheerlijkheden en alle "eigen" heerlijkheden.   Naast de Ambtman stond een Scholtis die voor zaken van justitie was aangesteld. Ook deze land-scholtis trad alleen op in de dorpen die tot het Ambt Kessel hoorden. De min of meer onafhankelijke heerlijkheden hadden een eigen Scholtis, zo ook de kerspelen (dorpen) Kessel en Baarlo. In de periode  1673-1675 werden de heerlijke rechten van de landsheerlijkheden binnen het land van Kessel verkocht. Het gevolg was, dat elk dorp zijn eigen heer kreeg. Zoals blijkt uit de verkoopregisters waren er ook heren, die de heerlijke rechten van meerdere dorpen kochten.   Blerick en Baarlo werden elk in twee gedeelten verkocht. Daar waren dus twee heren en men  spreekt in die plaatsen dan ook over tweeherigheid.    

Na de Spaanse Successie oorlog (1702-1713) viel het Land van Kessel toe aan de koning van Pruisen. Tot het einde van Ancien Regime (1798) bleef dit gebied onder de heerschappij van Pruisen.  Overigens kwam in deze situatie wel verandering nadat de koning in 1744 de heerlijke rechten van Broekhuizen kocht. Het huis Oijen (Kessel) was leenroerig aan het huis Broeckhuysen.  

Het Ambt Kessel werd na de de inlijving door Pruisen niet meer in ere hersteld. Het hele Over-kwartier werd centraal door de Kriegs- und Domainenkammer vanuit Geldern bestuurd. (later wordt dat het Administrationskollegium).