ARCHIEFVARIA                            Archiefvondsten Overkwartier van Gelre
 

 

 1003   Een Held uit Baarlo Gesneuveld bij de Duitse Inval.

In de vroege dagen van de Tweede Wereldoorlog, toen de Duitse troepen Nederland binnenvielen, vocht een jonge soldaat uit Baarlo moedig om zijn vaderland te verdedigen. 

Christiaan Bernard Brueren, zoon van Willem Hubert Brueren en Christina Bartels, was een dienstplichtig soldaat die zijn leven gaf voor de vrijheid van zijn land.
Op 10 mei 1940, tijdens de hevige gevechten bij de Maas, kwam Christiaan om het leven in Grubbenvorst. Hij was daar om de strategisch belangrijke rivier te verdedigen tegen de oprukkende Duitse troepen. In zijn laatste uren werd hij bijgestaan door Jean Slots, kapelaan in Grubbenvorst en later pastoor in Wanssum. Kapelaan Slots had de zware taak om het droevige nieuws en Christiaans laatste groet over te brengen aan zijn moeder en familie.
Christiaan werd eerst begraven in Grubbenvorst, maar zijn moeder besloot dat haar zoon naar zijn geboorteplaats moest worden overgebracht. Buurman Baèr van Bergen, de timmerman, bood aan om samen met Sefke Engels uit Blerick haar zoon per vrachtwagen naar Baarlo te vervoeren. In de vroege ochtend namen zij afscheid van Christiaan op het kerkhof van Baarlo, waar hij zijn laatste rustplaats vond.
Christiaan Bernard Brueren blijft een symbool van moed en opoffering. Zijn verhaal herinnert ons aan de offers die zo velen brachten voor onze vrijheid. Zijn nagedachtenis leeft voort in de harten van de mensen van Baarlo en in de geschiedenis van Nederland.


Christiaan Bernhard Brueren
Dienstplichtig Soldaat   2-III-26 R.I.
Geboortedatum: 26 augustus 1911 Baarlo (L)
Gewond Grubbenvorst, op 10 Mei 1940 in s.p.o. bij kazemat no. G-141
Overlijdensdatum: 11 mei 1940 (10 uur s 'morgens)
Begraafplaats: Kerkhof Baarlo Oorlogsgravenstichting  Grafnummer: 3  3e Sectie
Gevechtshandelingen aan de Maas te Grubbenvorst.
Diverse citaten uit verslagen o.a. van het ministerie van Defensie worden hieronder weergegeven, zodat U zich een indruk kunt vormen van de gevechtshandelingen.
Het betreft 2-III-26 RI
2   = 2 e Compagnie
III  = 3 e Bataljon
R.I. = Regiment Infanterie
Gevechtseenheden onderverdeeld in 5 Secties en iedere sectie in 6 groepen van elk 5 militairen, per gevechtskoepel (kazemat) Soldaat Christiaan Brueren behoorde tot de bezetting van kazemat G 141.


Citaat:
“De Maas bij Grubbenvorst - net ten noorden van Venlo - werd aangevallen door het Duitse 56.ID, waarvan het met 8,8 cm vuurmonden versterkte 192.IR de aanval uitvoerde. Aan de westzijde van de rivier waren een aantal kleine kazematten, een stuk PAG en een stuk 8-staal het enige wat een kleine compagnie daar tegenover kon zetten. De eerste Duitse pogingen de Maas over te steken werden overtuigend afgewezen, waarna een zware artilleriebarrage volgde. Nadat de groep zich rond de koepel G-141 uitstekend had geweerd en diverse aanvallen had helpen afslaan, werd de zware mitrailleur in de koepel uitgeschakeld. Een Duitse overgangspoging slaagde vervolgens, waarop de groep besloot terug te trekken. Daarbij sneuvelden twee man, terwijl een ander zwaargewond werd. De twee gesneuvelden (dodelijk gewonden) waren de soldaten Derks en Schelling. Soldaat Brueren overleed op 11 mei aan zijn verwondingen. De Maassector tussen Arcen en Venlo werd door 56.ID aangevallen. Bij Grubbenvorst (Velden) viel IR.192 aan, ondersteund door een compagnie pioniers, ondersteund door artillerie en een batterij 8,8 cm zwaar antitankgeschut voor bunkerbestrijding. De sector werd verdedigd door zes kazematten, een stuk 8-staal en een stuk PAG en bezet door 2-III-26.RI. De eerste grote Duitse aanval over de rivier werd voorafgegaan door een intensieve artilleriebeschieting. Desondanks werd de aanval afgeslagen. De tweede poging slaagde wel. Desondanks moest ook aan Grubbenvorster oever nog gestreden worden om de laatste weerstand op te ruimen. Het was een kostbare operatie voor de Duitsers geweest”.
Bron:  http://www.maaslinie-mei1940.nl/index.php?page=brueren-c-b


Citaat: uit verslag commandant
“Gesneuveld omgeving koepelkazemat G 141, 3e kazemat ten zuiden van het pontveer Grubbenvorst. Met hem sneuvelde Christiaan Bernard Brueren uit Baarlo en Jan van der Schelling uit Rotterdam. Deze groep rond koepel G 141 heeft zich dapper geweerd en diverse aanvallen afgeslagen. Nadat de zware mitrailleur in de koepel was uitgeschakeld besloten zij zich terug te trekken, daarbij sneuvelden twee van hen en de derde (soldaat Brueren) is in de loopgraaf zwaargewond geraakt.”


Citaat: uit dagboek overlevende
“De Maas bij Grubbenvorst - net ten noorden van Venlo - werd aangevallen door 56.ID, waarvan het met 8,8 cm vuurmonden versterkte 192.IR de aanval uitvoerde. Aan de westzijde van de rivier waren een aantal kleine kazematten, een stuk PAG en een stuk 8-staal het enige wat een kleine compagnie daar tegenover kon zetten. De eerste Duitse pogingen de Maas over te steken werden overtuigend afgewezen, waarna een zware artilleriebarrage volgde. Nadat de groep zich rond de koepel G-141 uitstekend had geweerd en diverse aanvallen had helpen afslaan, werd de zware mitrailleur in de koepel uitgeschakeld. Een Duitse overgangspoging slaagde vervolgens, waarop de groep besloot terug te trekken. Daarbij sneuvelden twee man, terwijl een ander in de loopgraaf na zwaargewond te zijn geraakt was gesneuveld. De drie gesneuvelden waren de soldaten Brueren, Derks en Schelling.


Citaat:
“Verslag gevechtshandelingen bij Grubbenvorst [5,30 uur in de morgen] Bij het plaatsje Grubbenvorst, vlak ten noorden van Venlo, zou een beduidend heviger strijd ontbranden. Tussen de gehuchten Het Vorst en Hasselt  aan de overzijde van de Maas in Velden zou een Duitse aanval worden geconcentreerd. Het gehele IR.192 werd op deze locatie langs de rivier ontwikkeld, ondersteund door pioniers, 8,8 cm vlakbaangeschut en artillerie. Voor de Duitsers werd de locatie van belang (vermoedelijk nadat elders successen uitbleven).
Bij Venlo en Velden wilde men uiteindelijk een aanzienlijk deel van de zwaardere gemotoriseerde eenheden kunnen overzetten en daartoe moest zo spoedig mogelijk ruimte en veiligheid voor de bouw van de pontonbruggen worden gecreëerd. Tegenover hen werd de Nederlandse defensie gevormd door 2-III-26RI. Wederom was er een veerdienst in het vak en daar konden opnieuw een stuk 8-staal en een PAG vuur op uitbrengen. Alhier werd wel direct en volgens de instructies de veerpont opgeblazen op het moment dat de grens werd overschreden door de Duitse eenheden. Hoewel de grens op een steenworp afstand lag, ontwikkelde de tegenstander zich slechts traag langs de Maas in deze sector. De ongetwijfeld in Duitsland opgestelde artillerie begon pas ruim 2 uur na X Zeit met een in hevigheid snel toenemende beschieting van het vak. Zoals elders ook het geval lag de artillerie – ondanks luchtwaarneming – bepaald matig dekkend, zodat meer schade aan gebouwen in de omgeving werd aangericht dan aan de stellingen. Dat werd echter gecompenseerd door twee of drie stukken 8,8 cm geschut die de kazematten ongenadig kapot beukten. Desondanks werd een eerste  voorzichtige oversteekpoging gesmoord in het vuur van overlevende Nederlandse mitrailleurs. Na opnieuw een heftige beschieting, die inmiddels drie kazematten uitgeschakeld had, werd een omvangrijker poging gedaan om de Maas over te steken. Echter opnieuw werd door mitrailleurs uit de drie overlevende kazematten een zodanig vuur op de rivier gelegd dat de Duitsers de poging moesten afbreken. Hetzelfde scenario herhaalde zich, en de resterende drie kazematten werden zodanig onder vuur genomen dat ze stuk voor stuk moesten worden verlaten. Een voltreffer in de kazematkamer bij no. 141 doodde drie van de vier manschappen en ook bij de een kilometer verderop gelegen no.144 leverde een schietgattreffer een dode schutter op. De strijd was ongelijk, de middelen ontbraken om aan het dichte en zware Duitse vuur te ontkomen of het te bestrijden en het duurde dan ook niet lang voordat alle weerstandpunten volkomen uitgeschakeld waren. Een nieuwe Duitse oversteekpoging slaagde dan ook. Twee bataljons werden geleidelijk aan overgezet. De Nederlandse weerstand werd daarna vrij snel opgerold. Onderwijl was het echter al na het middaguur geworden voor men het gebied werkelijk in handen en geschoond van Nederlands verzet had. De strijd had aanzienlijke offers gekost. Aan Duitse zijde werden de verliezen van 56.ID bij Grubbenvorst en Venlo – dat hierna wordt besproken – niet duidelijk gescheiden. Op de werkelijke locatie werden 16 gesneuvelden van 56.ID geregistreerd, maar onder Venlo nog 23 man. Daarvan kwamen vier man vermoedelijk bij Grubbenvorst om het leven. Ook de gewondenaantallen waren relatief hoog. Voor de operaties in Nederland was het vak Venlo- Grubbenvorst in ieder geval het zwaarste enkelvoudige verlies van de 56e ID. Aan Nederlandse zijde waren de verliezen aanzienlijk lager. Vijf man van 2-III-26RI lieten het leven, waarvan een (soldaat Brueren) na ernstige verwondingen. Het aantal gewonden was echter beduidend hoger.”
Bron: http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=maaslinie


Een verslag van  30 Mei 1940 in de Limburg er Koerier.
Soldaat Christiaan Brueren.

EEN STUKJE OORLOG.
"In het dorp staat nog alles overeind, de kerk, de huizen, de zingende canada s. Maar gaan we den slingerweg in naar het veerhuis, dan merken we dra, dat het oorlogsgeweld hier gewoed heeft.
Hier zijn we trouwens in de buurt van de Maasstellingen. Enige tientallen meters vóór het veerhuis bevinden zich loopgraven. Terzijde ervan naar het noorden en naar het zuiden staan pille-boxen ; dat wat naar het zuiden staat, is ernstig in zijn masker beschadigd, het noordelijke zweeg spoedig, doch de mannen in de loopgraafstelling, die onbedekt waren, hebben braaf gevochten. Er zaten dappere soldaten in. Hier vond een hunner, de soldaat Brueren uit Baarlo, den dood. Hem werden beide benen afgeschoten. De anderen trokken zich naderhand terug. Aan het optreden van deze mannen heeft de veerman Giel de vernieling van zijn woonhuis te „danken". Misschien verkeerden de Duitsers, die aan den overkant van de Maas vuurden, in de mening, dat in het veerhuis Nederlandsche soldaten lagen, althans verschillende granaten werden erop gericht en.... ze waren raak. Want het huis is van voor tot achter doorschoten; brede brokken muren zijn er uit en niets is er meer op zijn plaats gebleven. Men kan langs alle kanten zonder een deur te raken, naar binnen wandelen en het dak is helemaal weg. „Ik heb 7000 gulden schade," zegt Giel. En dan vertelt hij, dat hij 27 jaar hier op dit plekje grond aan de Maas gewoond heeft en dat hij trots alles hier niet vandaan wil. En ook: zijn bedrijf moet weer doorgang hebben. Zijn pont ligt aan de overzijde in het water. Er steken slechts een paar obstakels uit het spiegelende Maaswater op. Doch, wonderlijk, voor dezen sympathieke veerman: hij laat den moed niet zakken. Hij mist zijn pont en zijn drie motor booten, maar het roeien gaat nog. „Dan maar roeien," concludeert hij.... Zulke mensen slaan zich er doorheen. Er is hier heftige tegenstand geleverd, doch de middelen waren tè gering. Om negen uur stonden de eerste Duitse troepen reeds op het Marktveld. Die kwamen ook reeds uit de richting Lottum. Toen iedereen echter in de veronderstelling verkeerde, dat alle verzet reeds gebroken was, klonken in de buurt van het Gebroken slot nog enkele geweerschoten. De Duitsers trokken erop af met geweren, machinegeweren en een kanon. Kort daarop donderde het geschut over de eens zoo roemruchte ruïnes van het slot. Toen verstomden ook de geweerschoten Hier vielen de soldaten Ch. Bouten uit Venlo, J. Derks uit Broekhuizen en Jan v. d. Schelling uit Slikkerveer (bij Rotterdam) Een der bewoners van de Grubbenhoeve, de 26-jarige De Boer, die in de keuken zat, kreeg een verdwaalden kogel in zijn hoofd. Merkwaardig evenwel bleken geen primaire organen geraakt te zijn, alhoewel men door operatief Ingrijpen den kogel nog zal moeten verwijderen. Nadat hij in het Venrayse ziekenhuis was onderzocht, kon hij voorlopig weer naar zijn woning terugkeren. Aan den anderen kant van de Maas ligt Velden, helemaal open en bloot. Hier ruisen de canada’s in den wind. Hier is niets gebeurd. Dat wil zeggen, er is niets beschadigd, want de Nederlanders aan den linkeroever hadden geen geschut, dat veel onheil aan kon richten. In het weiland vlak aan de Maas staan drie houten kruisen en in de schaduw daarvan liggen vijf helmen van Duitse soldaten op het graf Dit alles getuigt van een korte en hevige strijd. En, vreemde tegenstellingen: op een vrachtwagen rijden over den weg Nijmegen— Maastricht tientallen Nederlandsche soldaten naar huis."
Bron: Limburger Koerier Donderdag 30 mei 1940 nr. 120
Nadat eerst in Grubbenvorst een overlijdens- akte werd opgemaakt, volgde later in Baarlo een tweede overlijdens- akte. “Christiaan Bernard Brueren op 11 Mei 1940 om 10 uur ’s morgens overleden.” Hij heeft dus nog tot de volgende dag geleefd voordat hij is overleden.
Nadat hij aanvankelijk tijdelijk in Grubbenvorst is begraven werd hij na enige tijd naar Baarlo overgebracht en begraven op het Kerkhof aldaar. Het is een oorlogsgraf van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting bij het oorlogsmonument en wordt nog tot op de dag van vandaag door de Stichting onderhouden.


Via onderstaande link kunt U het verslag inzien van de gevechten op 10 Mei 1940 aan de Maas bij Grubbenvorst van 2-III-26 R.I.
https://www.militairespectator.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1941/1941-0221-01-0050.PDF