ARCHIEFVARIA                            Archiefvondsten Overkwartier van Gelre
 

410

Hongersnood in Kessel 1729

Rond  de jaren 1730 heerste er in Kessel en omgeving grote nood. Het is reeds uit onderzoeken bekend dat er diverse boerderijen braak lagen en niet verpacht konden worden. De pachters konden de huur niet opbrengen. De bevolking leefde in grote armoede zoals uit onderstaande brief blijkt waarbij enkele schepenen van Kessel naar Geldern gingen om uit de voorraden van de Pruisische heersers graan te halen om aan de bevolking uit te delen.

Tevens gaat hierbij een lijst hoe het graan  in Kessel werd verdeeld. In totaal werd in Kessel in juni 1729  31 malder uitgedeeld. Een malder is een oude inhoudsmaat voor granen en andere landbouwproducten zoals boekweit of erwten. De inhoud verschilt per streek of zelfs per plaats. Men kan ongeveer aanhouden 135 liter Een malder werd onderverdeeld in zes vat, een vat in vier kop

"Wij sempteleijke schepenen ende geswoeren der Heerlickheijdt Kessel geven mits deser volle maght aen onze medeschepen Geraedt Ingen Nodt  ende den geswoeren Jan Kessels, om tot Gelder uijt sijne Concklicke Majesteits Magasijnen te versoecken en te ontfangen alsulcke quantiteijt van rogh, als sij van den Heeren daer over maght hebbende te disponeeren, sullen konnen vercrijgen tot subintentie van deses gemeijnts inwoonderen  die tegenwoordigh alles tesamen sijn in de grootste armoede ende gebreeck van broodt, als oijt bij menschen gedencken geweest hebben. Dat de voors. Gecommiteerde van de ontfangene vruchten sullen quitantie geven en voorders daerover contracteeren als sulx beheert , beloven te sullen houden ende doen houden alle t gheene door haer, desen aengaende sal worden gedaen; voor vast bundigh en van vollen weerde, gelijck off sulx door ons alle tesamen gedaen waere, onder verbandt van indeminatie als naer echten, oirkonder der waerheijdt vant t gheene voorss. Hebben wij op dese onsen gemeijnts segelen gedruckt ende door onsen jonghsten schepen in absentie van den secr. laeten onderteijkenen tot Kessel den 7 junij 1729.  Leonaerdus Kuijpers"

"Lijste vande ghenighe welcke uijt Sijne Conincklijke Majesteits Magasijn tot Geldern versoecken rogghe te lichten ende quantiteijt vanden selven:Hendrick Engelen, 3 vat, Frans Claessen, 3 vat, Wilm Heijmans 4 vat, Hendrik Vandevelden   1 malder, Digna Grommen 2 vat, Wilm Meerts 1 malder, Ruth Hoube 4 vat, Geurt Aerts 1 malder, Linnert Spee 2 malder, Jan Bongers 2 malder, Peter janssen in de Donck 4 vat, Wilm Jacobs 1 malder, Jan Hendriks op t Loe 1 malder, Peter Janssen aen den Aensteut 3 vat, Marten Bongers 1 malder, Jan Cuijpers 4 vat, Wilhelmus Zeligh 1 malder, Joannes Cuijpers 3 vat, Peter Smeets op Claeshoff 1 malder, Lins Thissen 3 vat, Joannes Kessels 1 malder, Peter Spee 4 vat, Jan Janssen 1 malder, Joachim Dener 5 vat, Joannes Beurskens 1 malder, Rein Hillen 1 malder, Geurt Hax 1 malder, Theunis Houwen 2 vat, Jan Beurskens 1 malder, Hendrick Houwen, 1 malder, Lins Thissen opden Kerckenhoff 1 malder, 3 vat, Jan Reinders 3 vat, Peter Büskes 1 malder, Peter Jacobs 2 vat, Joachim Beurskens 4 vat, Jan Schaeffels 1 malder, Gerit Bongers 3 vat, Joannes Winckens 3 vat, Joost van de Saur 3 vat, Geret Peters 1 malder, Geret Meerts 1 malder 3 vat, Geurtie Zelen 3 vat, Jan Peters 3 vat, Linnert Verhardt 3 vat, Rein Hillen noch 3 vat, Lennet Vandervelden 3 vat, Aloff Peters 4 vat."

Er was in totaal 31 malder te verdelen en er was nog over dus werd het restant verkocht aan de navolgende personen:

Geurts Hax 3 malder 3 vat, 31/2 schellingen, Jan Bongers 3 malder 3 vat 31/2 schellingen, Wilm Jacobs 3 malder  2 schellingen, Geurt Aerts 2 malder 3 vat, 5 …, Claes Beurskens en Hendrik Jacobs 3 malder, 3 vat, 3 schellingen 4 stuivers, Rein Hillen 4 malder, (geen bedrag vermeld) Linnert Spee 3 malder 3 vat, 3 schellingen 4 stuivers,  Lins Thissen Opden Kerkckenhoff 3 malder 3 vat, 3 schellingen 4 stuivers, Jan Hendriks op t Loe 4 malder. (geen bedrag vermeld)

Bron: RHCL 01.038 nr. 288

© H. Brueren